Vijfde afdeeling. Beslissingen omtrent vervolging
Artikel 167Vervolging moet plaats hebben
1. Indien naar aanleiding van het ingestelde opsporingsonderzoek het openbaar ministerie van oordeel is dat vervolging moet plaats hebben, door het uitvaardigen van een strafbeschikking of anderszins, gaat het daartoe zoo spoedig mogelijk over.
2. Van vervolging kan worden afgezien op gronden aan het algemeen belang ontleend. Het openbaar ministerie kan, onder het stellen van bepaalde voorwaarden, de beslissing of vervolging plaats moet hebben voor een daarbij te bepalen termijn uitstellen.
Artikel 167aMisdrijf ten aanzien van een minderjarige
Terzake van een misdrijf, omschreven in artikel 245, 247, 248a, 248d of 248e van het Wetboek van Strafrecht en gepleegd ten aanzien van een minderjarige die twaalf jaren of ouder is, stelt het openbaar ministerie de minderjarige zo mogelijk in de gelegenheid zijn mening over het gepleegde feit kenbaar te maken.
Het wetboek van strafvordering is voor het laatst geactualiseerd op: 18 februari 2014.
De status van deze wet is: zeer goed.
Klik hier voor meer informatie.
Uwwet.nl