Logo uwwet.nl wetgeving overwegingen rechter juridische bijstand jurisprudentie uitwerkingen rechtspraak juristen regelgeving uitspraken advocaten besluiten notaris wetten rechtsbijstand rechterlijke beslissingen toelichtingen rechtshulp
www.uwwet.nl is er voor iedereen. Wij bedoelen dan ook iedereen.
Bestudeer uw rechten en plichten op uwwet.nl
-
-
Nieuws


Datum en nieuws - februari 2011:


25 februari 2011
Rechtbank Haarlem veroordeelt verdachten tot gevangenisstraf in strafzaak PAN

'De rechtbank Haarlem heeft in het onderzoek PAN 12 verdachten veroordeeld tot gevangenisstraffen variërend van 15 maanden tot acht jaar onvoorwaardelijk wegens de smokkel van cocaïne, deelname aan een criminele organisatie, witwassen en het voorhanden hebben van wapens. De rechtbank sprak één andere verdachte vrij.

De rechtbank acht bewezen dat er in drie maanden tijd acht transporten hebben plaatsgevonden waarbij minstens dertig kilo cocaïne Nederland is binnengekomen. Hoewel bij enkele ten laste gelegde transporten geen cocaïne in beslag is genomen, is de rechtbank van oordeel dat het ook bij dergelijke transporten wel degelijk om cocaïne ging. De zaak tegen een 14e verdachte is aangehouden tot 29 april 2011 in verband met het horen van een getuige. De rechtbank heeft voorts van twee verdachten ook de partner veroordeeld voor het witwassen van drugswinsten.

Twaalf van de dertien verdachten waren werkzaam bij KLM Catering Services (KCS). Een dertiende verdachte was vanuit Curaçao naar Nederland gekomen om één van de drugstransporten te organiseren. Bij de smokkel werkten verdachten vrijwel steeds op dezelfde manier samen. De drugs werden op Bonaire, Curaçao en Suriname in cateringstrolleys verstopt of in het vliegtuig door een drugskoerier in een trolley verborgen en zo naar Nederland gesmokkeld. Vervolgens werd aan de persoon die vanuit Nederland de smokkel coördineerde doorgegeven op welke vlucht de trolley aanwezig zou zijn. Deze persoon regelde vervolgens dat een schaarwagenchauffeur bij het vliegtuig aanwezig zou zijn om de trolleys uit te laden en de trolley met cocaïne apart te zetten. De trolley werd daarna door de schaarwagenchauffeur naar het gebouw van KCS gebracht, waar een andere medewerker de cocaïne uit de desbetreffende trolley haalde. Deze medewerker zorgde ervoor dat de cocaïne vervolgens binnen het KCS-gebouw naar een plek werd gebracht waar geen cameratoezicht was, zoals het toilet of de kleedkamers. Daar werd de cocaïne overgedragen aan een medewerker van KCS, die belast was met het buiten het KCS-gebouw brengen van de drugs. Deze medewerker verstopte de cocaïne op zodanige wijze dat het niet door de beveiliging kon worden onderschept en bracht de cocaïne vervolgens naar buiten. Het werkrooster van verdachten bepaalde voor een deel wie bij welk transport betrokken werden en daarbij samenwerkten. Op het moment dat bleek dat één van de medewerkers om wat voor reden dan ook niet kon meewerken aan de smokkel, werd een andere medewerker geregeld om diens rol over te nemen. In bepaalde gevallen werden verdachten ook buiten hun werktijd om benaderd om bij de smokkel behulpzaam te zijn.

Uit het onderzoek Pan komt het beeld naar voren dat binnen KCS veelvuldig en op eenvoudige wijze aan drugstransporten werd meegewerkt. Was een medewerker verhinderd, dan werd een andere gebeld die direct bereid leek te ‘kijken’ naar een cateringtrolley of deze ‘apart’ te zetten. De medewerkers, met uitzondering van degenen met een coördinerende functie, leken eenvoudig inwisselbaar. Kennelijk speelde bij de snel gemaakte keuze om aan de transporten mee te werken, het oogmerk van snel en eenvoudig financieel gewin een rol, maar mogelijk ook de groepsdruk binnen KCS. Onderzoek Pan is al het derde strafrechtelijke onderzoek naar de betrokkenheid van medewerkers van KCS bij de invoer van verdovende middelen vanuit hun functie. Verschillende medewerkers zijn daarvoor in het verleden ook veroordeeld. De rechtbank acht een dergelijke bedrijfscultuur maatschappelijk zeer onwenselijk.

De rechtbank rekent het de verdachten zwaar aan dat zij hebben gehandeld in hun functie bij KCS, uit welke hoofde zij toegang had tot de cateringtrolleys waarin de verdovende middelen waren verstopt. Verdachten hebben op ernstige wijze misbruik gemaakt van het vertrouwen dat in hun functies werd gesteld en hebben met hun handelen de integriteit van werkgever KCS en die van de luchthaven Schiphol in diskrediet gebracht.

Op Bonaire en Curaçao zijn in nauw verwante onderzoeken al eerder vijf verdachten veroordeeld voor het aan boord brengen van de cocaïne en ook in Nederland zijn eerder twee betrokken koeriers veroordeeld. Een van deze koeriers had drugs aan boord van een vliegtuig gebracht, de andere koerier probeerde cocaïne het gebouw van KCS uit te smokkelen'.



25 februari 2011
Negen jaar cel en tbs voor verkrachtingen, aanrandingen en poging tot doodslag

'De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft een 35-jarige man zojuist veroordeeld tot negen jaar celstraf en tbs met dwangverpleging voor vier verkrachtingen, twee aanrandingen en pogingen daartoe in de regio Cuijk. De man is ook veroordeeld voor een poging tot doodslag, twee pogingen tot zware mishandeling met voorbedachte rade en diefstal met geweld.

De man uit Nijmegen heeft in de periode november 2007 tot januari 2010 vier vrouwen verkracht in de gemeenten Grave, Boxmeer en Sint Anthonis. Ook heeft hij twee vrouwen in Cuijk en Sint Anthonis aangerand. In Boxmeer en Sint Anthonis probeerde hij twee anderen aan te randen of te verkrachten. De rechtbank kwalificeert het als poging tot doodslag dat de man een van de vrouwen met zware werkschoenen tegen haar hoofd schopte waardoor onder meer haar neus en oogkas zijn gebroken. De verdachte heeft willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat de vrouw zou komen te overlijden.

Bij de strafbepaling heeft de rechtbank ermee rekening gehouden dat de man op ernstige wijze de lichamelijke integriteit van de slachtoffers heeft geschonden en hij zich na het plegen van de feiten volstrekt niet om hun lot heeft bekommerd. De verdachte heeft een groot aantal jonge vrouwen op brute wijze in het donker van de fiets gesleurd en hen op gewelddadige wijze verkracht of aangerand. Daarnaast is de man welbewust met zijn auto tegen twee vrouwen aangereden en heeft hen vervolgens mishandeld waardoor zij aanzienlijke verwondingen opliepen. De rechtbank rekent het de man zwaar aan dat hij zijn eigen bevrediging voorop heeft gesteld. Het moet voor de vrouwen een uitermate schokkende en beangstigende ervaring zijn geweest die zij nog lang met zich meedragen, zo blijkt ook uit verklaringen die enkele slachtoffers hebben afgelegd. De opgelegde gevangenisstraf van negen jaren is lager dan de twaalf jaren celstraf die de officier van justitie eiste, omdat de verdachte van een deel van de ten laste gelegde feiten wordt vrijgesproken.

Bij de strafoplegging heeft de rechtbank er strafmatigend mee rekening gehouden dat de man verminderd toerekeningsvatbaar is. De geestvermogens van de verdachte zijn onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Uit rapporten van een psycholoog en een psychiater blijkt dat er bij de man sprake is van een ziekelijke stoornis en gebrekkige ontwikkeling. De kans op herhaling van vergelijkbaar seksueel gewelddadig gedrag wordt als hoog beoordeeld. De rechtbank legt tbs met dwangverpleging op, omdat de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid dat eisen. Daarnaast heeft de rechtbank bepaald dat de man aan zes slachtoffers bijna zesduidend euro immateriële en materiële schadevergoeding moet betalen'.



24 februari 2011
Schadevergoeding voor ex-drugsverdachten na ernstige fout in politieonderzoek

'De rechtbank heeft schadevergoedingen toegekend aan negen ex-verdachten in een drugssmokkelzaak, die na een ernstige fout in het politieonderzoek vorig jaar moesten worden vrijgelaten. De schadevergoedingen, die variëren van € 2.220,-- tot € 35.945,--, zijn toegekend voor de periode die deze verdachten in voorlopige hechtenis hebben doorgebracht.

Vorig jaar heeft de rechtbank Breda het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in een strafzaak waarin deze verdachten terechtstonden voor omvangrijke drugssmokkel naar Engeland (zie uitspraken 27 januari 2010). In deze zaak was naar het oordeel van de rechtbank sprake van een grove schending van de beginselen van behoorlijke procesorde, waardoor het recht van verdachten op een eerlijk proces ernstig was tekortgedaan. In het politieonderzoek was zodanig geknoeid met de verklaring van de hoofdverdachte, dat de rechtbank niet meer kon reconstrueren hoe het verhoor van deze verdachte precies was verlopen.

De rechtbank volgt de officier van justitie niet in zijn standpunt dat er bij de medeverdachten wel sprake was van een gegronde verdenking en er daarom geen recht zou zijn op een schadevergoeding. De “bekentenis” van de hoofdverdachte was destijds volgens de rechtbank voor de gehele zaak zo essentieel, dat ook de andere verdachten vrijuit moesten gaan. De rechtbank is van oordeel dat in dit bijzondere geval nu dan ook bij het toekennen van schadevergoeding geen onderscheid moet worden gemaakt tussen de verdachten.

Als een strafzaak eindigt zonder oplegging van straf hebben ex-verdachten volgens de strafwet onder bepaalde omstandigheden recht op een schadevergoeding voor de periode die ze in voorlopige hechtenis hebben doorgebracht. Daarvoor gelden standaardbedragen per dag. De rechtbank heeft in deze zaak geen aanleiding gezien om – zoals door de raadslieden verzocht - een hogere vergoeding toe te kennen'.



18 februari 2011
Celstraf en verbod les te geven voor pianoleraar

'De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft vandaag een 48-jarige man uit Helmond veroordeeld tot tien maanden celstraf waarvan zes maanden voorwaardelijk voor het maken van kinderporno, ontucht en aanranding. Daarnaast mag de man in zijn huis drie jaren geen piano- of zangles geven aan minderjarigen en moet hij 450 euro schadevergoeding betalen.

De verdachte heeft tussen 2003 en 2010 in zijn woning in Helmond stiekem opnames gemaakt van de schaamstreek van zijn leerlingen. Hij plaatste daartoe een filmcamera in de kast en zette de camera aan op het moment dat de meisjes van hem piano- of zangles kregen. De man liet zijn leerlingen oefeningen doen door de benen te laten spreiden of kniebuigingen te maken. Door deze oefeningen was de schaamstreek en/of het decolleté van de meisjes ook (beter) zichtbaar voor de camera. De rechtbank kwalificeert deze gedragingen als ontucht. Dat de slachtoffers pas veel later via de politie tot de ontdekking kwamen dat ze waren gefilmd, doet hieraan niet af. In dezelfde periode maakte de man in zijn huis met een videocamera beelden van een slapend meisje, terwijl hij meerdere keren het onderbroekje van het meisje opzij deed en haar schaamstreek betaste.

Bij de strafoplegging hield de rechtbank er rekening mee dat de verdachte gedurende een lange periode heimelijk opnames van zijn leerlingen heeft gemaakt. Hij heeft ernstig misbruik gemaakt van het vertrouwen van de meisjes en hun ouders. Een van de slachtoffers heeft minder plezier gekregen in haar zanghobby en een andere leerling is wantrouwend geworden naar mensen, zo vermelden hun schriftelijke slachtofferverklaringen. Daarnaast heeft de man de video-opnames van het slapende meisje gemaakt en jarenlang bewaard. Naar eigen zeggen was het meisje een vriendinnetje van zijn dochter en logeerde het meisje in zijn woning. De man heeft het vertrouwen dat mensen doorgaans in een dergelijke situatie in een oppas stellen, ernstige beschaamd door zijn handelen.

Anderzijds heeft de rechtbank ermee rekening gehouden dat uit het rapport van een klinisch psycholoog blijkt dat de man een ziekelijke seksuele stoornis en persoonsproblematiek heeft. Hij dient als licht verminderd toerekeningsvatbaar te worden beschouwd. De rechtbank acht het nodig dat de man gedurende twee jaren wordt begeleid door de reclassering en ambulant zal worden behandeld voor zijn problematiek. Om herhaling te voorkomen legt de rechtbank de bijzondere voorwaarde op dat de man drie jaren bij hem thuis geen zang- of pianoles mag geven aan minderjarigen'.



18 februari 2011
Gevangenisstraf van 22 jaar en TBS met dwangverpleging voor moord op ex-vriendin

'De rechtbank in Den Haag heeft vandaag een 47-jarige man, die op 22 augustus 2010 in Zoetermeer zijn ex-vriendin om het leven heeft gebracht, wegens moord veroordeeld tot een gevangenisstraf van 22 jaar en de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd. Het door verdachte gepleegde feit kenmerkt zich volgens de rechtbank door een koelbloedige voorbereiding en een al even koelbloedige maar tevens gruwelijke en weerzinwekkende uitvoering. De man en de vrouw hebben in 2007 enkele maanden een relatie gehad. Na het beëindigen van de relatie is de man naar eigen zeggen mentaal ingestort. Vervolgens heeft hij het plan opgevat de vrouw te vermoorden. Hij is materiaal over de vrouw gaan verzamelen en haar voortdurend in de gaten gaan houden. Enige weken vóór de moord heeft hij zelfs een huis gekocht in een flatgebouw naast het flatgebouw waarin de vrouw woonde.

De man was, naar eigen zeggen, volledig geobsedeerd door de vrouw en haar vernietiging. Hij is op zoek gegaan naar het beste wapen om zijn plan uit te voeren en heeft uiteindelijk zelf diverse soorten wapens in de vorm van naalden in verschillende grootte vervaardigd. Hij heeft alle locaties bekeken waar hij haar het beste kon vermoorden en wist uiteindelijk precies waar hij moest gaan staan om zoveel mogelijk uit het zicht van de mensen zijn gang te kunnen gaan en de kans op hulp zo klein mogelijk te maken.

Op haar verjaardag, 22 augustus 2010, een datum die de man bewust had gekozen, heeft hij de vrouw opgewacht en toegeslagen. Hij heeft haar meermalen op en in haar hoofd gestoken met één van de door hem vervaardigde wapens. Toen zij op de grond lag en de man de indruk kreeg dat het gebruik van het wapen (nog) niet het door hem gewenste effect had, is hij met kracht met zijn hak op haar hoofd gaan stampen. Zijn bedoeling was de mogelijkheid van redding van het slachtoffer uit te sluiten. De vrouw heeft geen enkele kans gehad om het op haar uitgeoefende geweld te overleven.

De rechtbank acht de man verminderd toerekeningsvatbaar. Gelet op de bevindingen van de gedragswetenschappers dat er sprake is van gevaar voor herhaling, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, oplegging van de maatregel van terbeschikkingstelling eist. Om de maatschappij maximaal tegen hem te beschermen ziet de rechtbank aanleiding bovendien de dwangverpleging van de man te bevelen. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat aan de man een gevangenisstraf van lange duur behoort te worden opgelegd. Er is naar het oordeel van de rechtbank geen reden om een straf op te leggen die afwijkt van de eis van de officier van justitie, een gevangenisstraf van 22 jaar'.



18 februari 2011
Groepsverbod met meldplicht voor Ajax-supporter geschorst

'De Amsterdamse voorzieningenrechter heeft vanochtend beslist dat het aan een Ajax-supporter opgelegde groepsverbod met meldplicht, voorlopig niet geldt.

De Amsterdamse burgemeester heeft het groepsverbod opgelegd, omdat de Ajax-supporter herhaaldelijk voor overlast zou hebben gezorgd rond voetbalwedstrijden. Door het verbod mag hij op dagen voor wedstrijden van Ajax niet met een groep aanwezig zijn rond de Arena of in het centrum van Amsterdam. Ook moet hij zich vlak voordat de wedstrijd begint, melden op een politiebureau. Dit is een van de zwaarste ordemaatregelen die de burgemeester kan treffen sinds de invoering van de zogenaamde Voetbalwet op 1 september 2010. De burgemeester heeft het groepsverbod, dat drie maanden geldt, genomen op basis van een rapportage van de commissaris van politie.

De rechter heeft het groepsverbod voorlopig geschorst, omdat het politierapport te weinig informatie bevat over de precieze rol van de supporter bij de ordeverstoringen. Dat hij tot een groep behoort die daar aanwezig was, is niet genoeg. Ook blijkt niet dat de supporter de leider van de groep is. De burgemeester heeft verder niet uitgelegd waarom alleen deze zwaarste maatregel het gewenste effect heeft en niet voor een minder ingrijpend middel kon worden gekozen. De schorsing duurt totdat de burgemeester een beslissing heeft genomen op de bezwaren van de supporter tegen het verbod. In dat nieuwe besluit moet de burgemeester beslissen of hij wil vasthouden aan het groepsverbod. Daarbij kan hij ook de door de rechter geconstateerde gebreken herstellen'.



16 februari 2011
8 jaar cel voor poging doodslag op schoonvader zus

'De rechtbank veroordeelt een 24-jarige man tot een gevangenisstraf van acht jaar voor een poging doodslag op de schoonvader van zijn zus. De man stak op 15 juni 2010 in Terborg het slachtoffer meerdere malen in zijn buik en nek. Het slachtoffer overleefde de verwondingen.

Geen poging moord
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte het slachtoffer van het leven wilde beroven (poging doodslag), maar niet dat het een poging tot moord was. Hoewel het handelen van de man op het eerste gezicht wijst in de richting van voorbedachte raad kan dit niet onomstotelijk bewezen worden. Voor (een poging tot) moord moet bewezen worden dat het feit met kalm beraad en rustig overleg is gepleegd.

Ernstig geweld
Verdachte is op 15 juni 2010 naar de woning van het slachtoffer gegaan en heeft hem meerdere malen gestoken, waarvan de vrouw van het slachtoffer en enkele buurtbewoners getuige waren. De rechtbank oordeelt dat voor dit ernstige geweldsmisdrijf een lange gevangenisstraf gerechtvaardigd is.

Tussenuitspraak
De rechtbank wees in een tussenuitspraak op 8 oktober 2010 het verzoek tot het houden van een schouw en het horen van eerwraakdeskundige voorlopig af'.



14 februari 2011
Beslissingen van de rechtbank Amsterdam in de zaak Wilders, d.d. 14 februari 2011

'De strafzaak tegen de heer Wilders is op 7 februari 2011 tijdens een regiezitting hervat door de rechtbank in gewijzigde samenstelling. De rechtbank heeft toen bevolen dat het onderzoek ter terechtzitting opnieuw moet beginnen. De wet bepaalt dat eerder genomen beslissingen inzake preliminaire verweren en getuigen dan in stand kunnen blijven. De verdediging heeft op 7 februari verzocht eerder afgewezen preliminaire verweren opnieuw te mogen voeren en eerder niet ingewilligde onderzoekswensen te mogen herhalen. Daarnaast heeft de verdediging verzocht twee nieuwe getuigen te horen, te weten de heren Jansen en Schalken. Ook het Openbaar Ministerie heeft gevorderd dat voornoemde Jansen en/of Schalken worden gehoord als getuige. Hierna volgen de belangrijkste beslissingen die de rechtbank heeft genomen naar aanleiding van de regiezitting.

Preliminaire verweren
De rechtbank heeft bij haar beslissing rekening gehouden met de bijzondere omstandigheid dat het proces opnieuw moet beginnen vanwege een gehonoreerd wrakingverzoek. Daarom biedt de rechtbank de verdediging de ruimte preliminaire verweren te herhalen en in volle omvang te laten beoordelen.

Onderzoekswensen
Voor het geval de beslissing van de rechtbank op de preliminaire verweren niet zou leiden tot een einduitspraak, hebben het Openbaar Ministerie en de verdediging, vanuit het oogpunt van proceseconomie, reeds op 7 februari hun wensen kenbaar gemaakt en verzoeken ingediend tot het horen van deskundigen en getuigen.

deskundigen
De rechtbank wijst de verzoeken tot het horen van rechtsgeleerden, islamdeskundigen en islamervaringsdeskundigen af. Er zijn in de afgelopen periode op verzoek van de verdediging deskundigen gehoord bij de rechter-commissaris. Daarnaast zijn zowel door het Openbaar Ministerie als door de verdediging vele rapporten/verklaringen van deskundigen aan het dossier toegevoegd. De rechtbank vindt het nu niet meer nodig om deze of andere personen te (laten) ondervragen. Daarbij staat het aan partijen vrij, indien zij dit van belang vinden, nadere rapporten/verklaringen in te brengen.

getuigen
De rechtbank beslist ambtshalve dat het noodzakelijk is meer duidelijkheid te verkrijgen over hetgeen zich heeft afgespeeld tijdens ‘het diner’, een bijeenkomst waarbij onder meer de heren Jansen en Schalken aanwezig zijn geweest. Niet kan worden uitgesloten dat dit van belang kan zijn voor enig later door de rechtbank te nemen beslissing. Daarom wil de rechtbank zelf en op de zitting de heren Jansen en Schalken als getuige horen.

Omdat de gastheer van de bewuste avond, de heer Hendriks, de bijeenkomst van begin tot einde heeft meegemaakt, zal hij ook worden opgeroepen als getuige.

Het vervolg
Er zullen zittingen moeten worden gepland om de verdediging in staat te stellen preliminaire verweren te voeren en om het Openbaar Ministerie daarop te laten reageren'.



10 februari 2011
Verdachte kinderporno blijft langer vastzitten

'Op woensdag 9 februari 2011 heeft de strafraadkamer, van de rechtbank te Lelystad, de vordering van de officier van justitie behandeld tegen de man die wordt verdacht van het in bezit hebben en verspreiden van kinderporno. De officier vorderde de gevangenhouding van de verdachte uit Almere. De strafraadkamer heeft de vordering toegewezen en de gevangenhouding voor 90 dagen bevolen'.



10 februari 2011
Einde strafzaak tegen Charles Z.

'Charles Z., hoofdverdachte in het Doomer-onderzoek, is tijdens zijn strafproces op 55-jarige leeftijd komen te overlijden in het Huis van Bewaring in Nieuwegein. Het vervolgingsrecht is door het overlijden van de verdachte komen te vervallen. Op die grond heeft de rechtbank Arnhem vandaag het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard. Daarmee is een einde gekomen aan de strafzaak tegen de hoofdverdachte in de megazaak ‘Doomer’.

De verdenking
Z. was al geruime tijd voorwerp van onderzoek van de nationale en regionale recherche en werd in 2009 aangehouden op verdenking van het vanaf 2005 leiding geven aan een criminele organisatie die zich bezig hield met de (inter)nationale handel in drugs waarvan de verworven gelden - onder andere - via de Amerikaanse autorace industrie werden witgewassen.

Het verloop van de strafzaak
Vanaf september 2009 was de zaak tegen Z. en de 24 medeverdachten onder de Arnhemse rechter. In het kader van het onderzoek 'Doomer' werden in april 2010 en januari 2011 regiezittingen gehouden. Op die zittingen werd de advocaat van de verdachte, mr. Krikke uit Amersfoort, in de gelegenheid gesteld om aanvullende onderzoekswensen ten aanzien van het 142 ordners tellende dossier te formuleren. Naar aanleiding van de eerste regiezitting werd door de rechtbank het horen van 74 getuigen toegestaan. Tijdens de tweede regiezitting op 18 januari 2011 verzocht de raadsman van de verdachte nog om schorsing van de voorlopige hechtenis van Z. wegens persoonlijke omstandigheden. Voordat de rechtbank haar beslissing kenbaar kon maken omtrent dit verzoek en de andere (nadere) onderzoekswensen werd door het Openbaar Ministerie bekend gemaakt dat de verdachte was overleden.

De medeverdachten in het onderzoek ‘Doomer’
In de zaken van de medeverdachten, waaronder in die tegen zijn partner Scarlet D. en zijn zoon Charles Z. jr., zou de verdachte volgende maand als een van de laatste en belangrijkste getuige gehoord worden bij de rechter-commissaris. Ook zonder de getuigenverklaring van Z. zullen de strafzaken tegen de medeverdachten doorgang vinden. In die zaken zijn inmiddels ook een groot aantal getuigen gehoord bij de rechter-commissaris. De snelheid waarmee de rechter-commissaris zijn onderzoek af kan ronden is op dit moment nog afhankelijk van de rechtshulpverzoeken die uitstaan zodat ook de buitenlandse (voornamelijk Amerikaanse) getuigen gehoord kunnen worden.

Inhoudelijke behandeling
Een deel van de zaken, met betrekking tot aangetroffen hennepkwekerijen in Nederland, zal eind maart 2011 inhoudelijk door de rechtbank behandeld worden. De overige zaken, waarin ook is tenlastegelegd dat de verdachten betrokken waren bij de criminele organisatie, staan aan het einde van 2011 gepland'.



8 februari 2011
Vordering Dahabshiil afgewezen

'De voorzieningenrechter van de rechtbank Breda heeft een vordering van de internationale financiële organisatie Dahabshiil afgewezen. Dit bedrijf had geëist dat een in Breda wonende Somalische journalist publicaties van internet verwijdert en rectificeert die het bedrijf in verband brengen met strafbare feiten zoals financiering van terroristische organisaties en het uitlokken van moord op een Somalische zangeres. De rechter ziet op basis van de door Dahabshiil voorgelegde artikelen binnen het bestek van dit kort geding onvoldoende bewijs voor onrechtmatig handelen door de journalist.

De Somalische journalist woont sinds enkele jaren als erkend vluchteling in Nederland. Hij heeft een eigen website en schrijft ook artikelen voor de Somalische website www.sunatimes.com.

Volgens Dahabshiil wordt de goede naam van het bedrijf door artikelen op de websites aangetast en leidt dit tot reputatieschade. Van drie van de vier door het bedrijf aangehaalde artikelen acht de rechter echter niet aangetoond dat deze door de journalist zijn geschreven of onder zijn verantwoordelijkheid zijn gepubliceerd. Een vierde artikel verwijst naar een anonieme bron. De rechter vindt het binnen de context van de Somalische problematiek begrijpelijk dat de journalist deze bron niet onthult.

Dahabshiil is een internationaal opererend ‘moneytransfer’-bedrijf met wereldwijd 24.000 vestigingen, dat vooral Somalische klanten bedient die geld naar hun thuisland sturen. Het hoofdkantoor is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk'.



3 februari 2011
Vijf gemeenten moeten verwerking groenafval aan andere partij gunnen

'De rechtbank ’s-Hertogenbosch heeft vandaag bepaald dat de gemeenten Oss, Uden, Veghel, Bernheze en Sint-Oedenrode het verwerken van groenafval en GFT moeten gunnen aan het bedrijf Attero Zuid bv.

De vijf gemeenten publiceerden in maart 2010 de aankondiging voor de aanbesteding inzake het verwerken van groenafval en GFT voor de periode 2012-2024. Een onderdeel van de opdracht was dat al het hout uit het afval in een biomassa-energiecentrale zou worden verbrand en dat het rendement daarvan minimaal 25% is. Tot de zeven geselecteerde bedrijven behoorden Attero Zuid bv uit Leudal en Den Ouden Groenrecycling uit Schijndel. De gemeenten namen op 23 november 2010 een voorlopig besluit de opdracht te gunnen aan Den Ouden. Den Ouden had ingeschreven voor de laagste prijs.

Attero Zuid maakte op 9 december 2010 bezwaar tegen de voorgenomen gunning en bracht op 17 december 2010 een dagvaarding uit. Volgens Attero Zuid is de inschrijving van Den Ouden ongeldig en voldoet deze niet aan de eisen van de aanbesteding, omdat de capaciteit en het rendement van de energiecentrale onvoldoende zouden zijn. De rechter meent dat Attero Zuid overtuigend uiteen heeft gezet dat de inschrijving van Den Ouden niet voldoet aan de eisen over energieopwekking. De rechter concludeert dat de inschrijving van Attero Zuid wel geldig is, in tegenstelling tot wat de gemeenten aanvoerden.

De gemeenten hebben tijdens het kort geding op 20 januari jl. aangegeven bereid te zijn over te gaan tot een heraanbesteding. Attero Zuid verzette zich hiertegen terecht, aldus de voorzieningenrechter. Dat betekent dat de voorzieningenrechter de gemeenten verbiedt de aanbestedingsopdracht ‘verwerking van groenafval en GFT’ te gunnen aan een ander dan Attero Zuid'.



2 februari 2011
Terechte geldboete voor Groningse parochies vanwege 'illegale' organist

'De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft twee kerkgenootschappen in Groningen in mei 2009 terecht een geldboete opgelegd, omdat een man uit Guatemala als organist in beide kerken speelde zonder dat voor hem de daarvoor vereiste werkvergunning was afgegeven. Dit blijkt uit twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van vandaag (2 februari 2011). De man verbleef destijds als vreemdeling in Nederland. In mei 2010 kwam de rechtbank in Groningen ook al tot het oordeel dat de kerkgenootschappen de wet hadden overtreden.

De rooms-katholieke parochies uit Delfzijl en Kloosterburen waren van mening dat de overtreding hun niet kon worden verweten vanwege een onduidelijke arbeidsmarktaantekening in het paspoort van de organist. De Raad van State is het echter met de Groningse rechtbank eens dat hun de overtreding wel kan worden verweten, omdat deze aantekening nog niet in zijn paspoort stond op het moment dat de man uit Guatemala in dienst trad van de parochies.

De rechtbank zag met name vanwege de financiële situatie van de parochies en de geringe aanstelling die de organist in de kerken had, echter wel aanleiding om de beide geldboetes van € 8.000 te verlagen. In zijn uitspraken draait de Raad van State deze verlaging terug, omdat de omvang van de werkzaamheden 'niet als marginaal kan worden aangemerkt'. De parochies hebben daarnaast 'niet aannemelijk gemaakt dat zij gezien hun financiële omstandigheden door de boetes onevenredig worden getroffen', aldus de hoogste bestuursrechter'.



Bron: www.rechtspraak.nl.

-
-
WWW.UWWET.nl
Sinds 2009. Alle rechten voorbehouden.

Uwwet.nl